Schildklier Serie Artikel 5: Detoxen van de Schildklier — Hoe Je Lichaam Hormonen Afbreekt en Verwijdert

Wanneer we denken aan schildklierhormonen, ligt de focus vaak op productie en conversie — maar er is nog een cruciale stap die vaak wordt vergeten: de afbraak en uitscheiding van deze hormonen.

Je lichaam moet voortdurend de juiste balans behouden tussen aanmaak en afvoer. Net zoals een thermostaat die niet alleen moet kunnen verwarmen, maar ook moet uitschakelen wanneer de gewenste temperatuur is bereikt.

♻️ Hormoonverwijdering: Waarom het ertoe doet

Zodra T4 en T3 hun werk hebben gedaan, worden ze niet zomaar in het lichaam achtergelaten. Ze moeten gedeactiveerd en uitgescheiden worden via:

  1. De lever – voor omzetting en uitscheiding via gal

  2. De nieren – om afbraakproducten uit te scheiden via urine

  3. Celsystemen – die hormonen neutraliseren binnen de cellen

Een goed werkende afbraakroute voorkomt zowel hormoonoverschotten (zoals bij hyperthyreoïdie) als hormoonresistentie (waarbij hormonen circuleren maar niet effectief werken).

🧪 Fase 1: Deactivering via deiodinases

Sommige enzymen, bekend als deiodinases (DIO’s), kunnen T4 en T3 omzetten in inactieve vormen, zoals:

  • Reverse T3 (rT3)

  • T2 of T1, die weinig of geen biologische activiteit hebben

Dit is een belangrijke manier waarop het lichaam een teveel aan schildklierhormonen afremt — vooral tijdens stress of ziekte.

🧪 Fase 2: Sulfatering en Glucuronidering

Na deactivering moeten de hormonen wateroplosbaar gemaakt worden zodat ze via de gal of urine kunnen worden uitgescheiden. Dit gebeurt via twee biochemische processen:

🧂 1. Sulfatering (sulphonation)

Enzymen zoals SULT1A1 en SULT1B1 koppelen een sulfaatgroep aan T3 of T4.

✅ Vereist:

  • Sulfaat

  • Molybdeen

  • Vitamine B2 (riboflavine)

  • Cysteïne (via glutathion)

SNP’s in deze enzymen kunnen de sulfatering verminderen, wat leidt tot een tragere uitscheiding van hormonen en mogelijk oestrogeen-dominantie of trage schildklierwerking.

 

💧 2. Glucuronidering

Enzymen zoals UGT1A1 koppelen glucuronzuur aan hormonen.

✅ Vereist:

  • Magnesium

  • Zink

  • Vitamine B3 (niacine)

  • Glutathion

Ook dit proces is genetisch beïnvloedbaar. Verminderde glucuronidering kan leiden tot hormonale stagnatie, vermoeidheid en problemen met ontgifting.

 

🧬 Genetische Invloeden

Je genetische aanleg bepaalt in welke mate deze afbraakroutes efficiënt werken.

Bijvoorbeeld:

  • SNPs in SULT1A1/B1 → tragere sulfatering

  • SNPs in UGT1A1 → tragere glucuronidering

  • GST’s (zoals GSTM1, GSTT1) → beïnvloeden antioxidantcapaciteit tijdens detox

🧠 Wanneer deze processen trager verlopen, kunnen hormonen zich opstapelen — zelfs als je productie en conversie prima verlopen. Dit kan bijdragen aan “hormoonresistentie”-symptomen zoals hersenmist, gewichtstoename of slaapproblemen.

🧩 Samenvatting

Een gezonde schildklierfunctie draait niet alleen om hoeveel hormonen je maakt, maar ook om hoe effectief je ze gebruikt én kwijtraakt.

De afbraak en verwijdering van T3 en T4 gebeurt via enzymatische routes zoals sulfatering en glucuronidering — sterk afhankelijk van cofactoren en genetica.

Door aandacht te besteden aan deze detoxpijlers kun je hardnekkige hormonale klachten beter begrijpen en gerichter ondersteunen.