Nekspanning is één van de meest voorkomende klachten die massagetherapeuten tegenkomen. Of het nu komt door houding, stress of herhaalde bewegingen, de oorzaak ligt vaak bij een kleine maar krachtige spier: de levator scapulae. Deze spier, samen met de trapezius, verbindt de schoudergordel met de nekwervels en speelt een grote rol in hoofd- en nekbewegingen – en disfunctie.
In dit artikel leer je hoe je spierspanning in de nek beoordeelt, belangrijke structuren zoals C1 lokaliseert en effectieve hands-on technieken toepast om de levator scapulae en trapezius los te maken.
đ§ De Levator Scapulae en Haar Verbinding met de Cervicale Wervelkolom
De levator scapulae ontspringt aan de dwarsuitsteeksels van de nekwervels C1–C4 en hecht aan de bovenste mediale rand van het schouderblad. Haar functie is het heffen van het schouderblad en het ondersteunen van nekextensie en zijwaartse buiging.
Door haar diepe verbinding met de bovenste nekwervels kan spanning in deze spier leiden tot:
- Verminderde nekmobiliteit
- Pijn langs de schouder en bovenrug
- Spanningshoofdpijn
- Uitstralende pijn naar het hoofd of de schouder
De bovenste trapezius overlapt en werkt samen met de levator scapulae, vooral bij schouderheffing en nekbewegingen.
đ Hoe Herken je Spierspanning in de Nek?
Een goede beoordeling is essentieel vóór behandeling. Volg deze stappen:
1. Observeer Cervicale Rotatie
- Vraag de cliënt het hoofd naar links en rechts te draaien, terwijl de schouders stil blijven.
- Dit test de mobiliteit in de bovenste nekwervels, waar de levator scapulae aanhecht.
2. Beperkingen in Bewegingsvrijheid
- Let op asymmetrie of beperkte draaibeweging naar één kant.
- Beperking in rotatie naar rechts duidt vaak op spanning aan de rechterzijde.
3. Vraag Waar de Spanning Zit
- Laat de cliënt aangeven waar ze beperkingen of ongemak voelen.
- Spanning in de bovenste nek, het schouderblad of de schedelbasis wijst vaak op betrokkenheid van de levator scapulae of trapezius.
đ C1 Lokaliseren: Tussen Twee Spiersystemen
De C1-wervel (atlas) ligt tussen de levator scapulae en de bovenste trapezius. Zo vind je dit gebied:
- Palpeer tussen de bovenkant van de schouder en de schedelbasis.
- Je voelt een lichte inkeping – daar ligt C1 verscholen tussen deze twee gespannen spieren.
đâī¸ Behandelingstechnieken voor de Levator Scapulae en Trapezius
â 1. Schoudermobilisatie
- Verstrengel de arm van de cliënt met je eigen arm.
- Trek, draai en beweeg de schouder voorzichtig om scapulaire en fasciale mobiliteit te stimuleren.
- Combineer dit met myofasciale release over de baan van de levator scapulae.
â 2. Gerichte Stretching
- Stabiliseer met één hand het schouderblad en leid het hoofd zachtjes in zijwaartse buiging of rotatie.
- Focus op het stretchen van de tegenovergestelde zijde van de spanning (bijv. naar links om rechts te verlichten).
â 3. ASTR + Stretch + Dwarse Frictie
- Pas Active Soft Tissue Release (ASTR) toe: druk geven terwijl de cliënt het hoofd beweegt.
- Combineer dit met gerichte stretching.
- Werk met dwarse frictie en cirkelvormige bewegingen over de spierbuik om verklevingen los te maken en doorbloeding te bevorderen.
â 4. Passieve Mobilisatie
- Mobiliseer de nek zachtjes met trage, ritmische bewegingen.
- Richt je op de verbindingen van de nek en het schouderblad om meer ruimte te creëren.
đ Cliënt Weer Activeren na Diep Werk
Na intensief werk aan de nek is het belangrijk om het zenuwstelsel opnieuw te activeren.
â 1. Stimuleer de Nervus Occipitalis Minor
- Druk stevig maar gecontroleerd op het gebied achter het oor, aan de schedelbasis.
- Dit wekt de zenuwactiviteit en bewustzijn van de cliënt op.
â 2. Tikken op de Schedel
- Tik of veeg met de duim licht over de achterrand van het hoofd.
- Dit geeft sensorische prikkels om het zenuwstelsel “wakker te maken”.
đĄ Tip:
Leg een handdoek over het hoofd tijdens deze technieken:
- Veel mensen vinden directe aanraking van de hoofdhuid onprettig.
- De handdoek zorgt voor comfort en ondersteunt je hand bij het positioneren van de duimen.
đ Conclusie
Spanning in de levator scapulae en trapezius kan mobiliteit beperken, hoofdpijn veroorzaken en bijdragen aan chronisch nek- en schouderongemak. Door rotatie te observeren, C1 te palperen en gerichte manuele technieken toe te passen, kunnen massagetherapeuten hun cliënten doeltreffende en blijvende verlichting bieden.
Deze regio vraagt om precisie, rust en een combinatie van kracht en zachtheid – want vaak komt de grootste ontspanning niet door kracht, maar door samen te werken met het natuurlijke ritme van het lichaam.