Massage is meer dan alleen het kneden van spieren — het is een combinatie van gerichte technieken die spanning losmaken, flexibiliteit verbeteren en het lichaam helpen herstellen. Hieronder leggen we vijf veelgebruikte technieken uit die je kunt tegenkomen tijdens een massagebehandeling of tijdens je opleiding.
Laten we ze één voor één bekijken 👇
🖐️ 1. Druk & Loslaten (Press & Release)
Een eenvoudige maar krachtige techniek die helpt om spierspanning en triggerpoints te lokaliseren en te verlichten.
Hoe werkt het?
- De therapeut oefent gerichte, constante druk uit op een gespannen spier of knoop (vaak met duim, vinger of elleboog).
- De druk wordt enkele seconden tot een minuut vastgehouden.
- Daarna wordt de druk langzaam losgelaten, wat zorgt voor betere doorbloeding en ontspanning.
Deze techniek helpt om de spier te “resetten” en is vaak onderdeel van triggerpointtherapie of myofasciale release.
↕️ 2. Directe Stretch (Direct Stretching)
Bij directe stretching (ook wel statische of actieve stretching) wordt een spier gericht op lengte gebracht.
Hoe werkt het?
- De spier wordt uitgerekt tot het punt van spanning, en die positie wordt 15–30 seconden vastgehouden.
- Het doel is om rechtstreeks spiervezels te verlengen.
Deze techniek verbetert de flexibiliteit, houding en vermindert spierverkorting. Je ziet het vaak in sportmassages of na het sporten.
🌀 3. Indirecte Stretch (Indirect Stretching)
Indirecte stretching (ook wel positionele ontspanning genoemd) maakt gebruik van de natuurlijke reactie van het lichaam op een ontspannen houding.
Hoe werkt het?
- De therapeut beweegt het lichaamsdeel richting comfort, niet richting spanning — het tegenovergestelde van een traditionele stretch.
- De spier wordt licht verkort en in een comfortabele positie gehouden.
- Dit kalmeert het zenuwstelsel en helpt de spier zich zachtjes te ontspannen.
Deze techniek is ideaal bij gevoelige cliënten, chronische pijn of wanneer direct strekken te intens is.
🔀 4. Dwarsvezeltechniek (Cross-Fiber)
Dwarsvezelmassage (ook wel dwarsfrictie) wordt gebruikt om verklevingen en littekenweefsel los te maken in spieren, pezen of fascia.
Hoe werkt het?
- De therapeut beweegt met korte, stevige bewegingen dwars op de spiervezels.
- Dit gebeurt vaak met vingers of duimen in een heen-en-weer beweging.
Deze techniek helpt spiervezels opnieuw uit te lijnen, mobiliteit te verbeteren en herstel te bevorderen. Veel gebruikt bij sportblessures en revalidatie.
🔄 5. Cirkeltechniek (Circling)
De cirkeltechniek is een zachte manier om spieren op te warmen en oppervlakkige spanning los te maken — vaak aan het begin van een massage.
Hoe werkt het?
- De therapeut maakt kleine cirkelvormige bewegingen op de huid en het onderliggende weefsel.
- Dit kan met vingers, handpalmen of duimen, en met lichte tot gemiddelde druk.
Deze techniek stimuleert de doorbloeding, vermindert oppervlakkige spanning en bereidt het lichaam voor op dieper werk.
🧘 Tot Slot
Elke techniek heeft een eigen doel — of het nu gaat om het kalmeren van het zenuwstelsel, het verlengen van spieren of het losmaken van spanning. Een ervaren therapeut combineert vaak meerdere technieken in één sessie, afhankelijk van wat jouw lichaam nodig heeft.
Door deze methoden te begrijpen, kun je meer uit je massage halen, beter communiceren met je therapeut, of ze zelf toepassen als je in opleiding bent.