Wat is Nutrigenomics en hoe speelt genetische vatbaarheid een rol?

Wat is Nutrigenomica?

Nutrigenomica is de wetenschap die onderzoekt hoe jouw genen reageren op de voeding die je eet. Het combineert voedingsleer met genomica (de studie van genen) om te begrijpen hoe voedingskeuzes genexpressie beïnvloeden – en hoe jouw genetische samenstelling bepaalt hoe je lichaam voedingsstoffen opneemt, verwerkt en benut.

Kort gezegd: nutrigenomica helpt verklaren waarom twee mensen hetzelfde eten, maar heel verschillende reacties ervaren. Het laat zien hoe je DNA invloed heeft op alles van eetlust en stofwisseling tot het risico op ziekte. Net zoals geen twee mensen genetisch identiek zijn, is er ook geen universeel “perfect dieet”.


Het Doel: Gepersonaliseerde Voeding

Het hoofddoel van nutrigenomica is om gepersonaliseerde voedingsadviezen te geven op basis van iemands unieke genetische profiel. Door specifieke genvarianten in kaart te brengen, kunnen voedingsstrategieën worden afgestemd die:

  • De gezondheid optimaliseren

  • Ziekten helpen voorkomen of beheersen

  • Energie, stemming en prestaties verbeteren

Stel je een dieet voor dat niet gebaseerd is op hypes, maar op jouw biologie.


Wat is Genetische Vatbaarheid?

Genetische vatbaarheid betekent dat je door bepaalde genetische variaties een verhoogde kans hebt op het ontwikkelen van bepaalde ziekten. Deze genvariaties veroorzaken niet per se ziekte, maar kunnen het risico verhogen – vooral in combinatie met ongezonde voeding of leefstijl.

Nutrigenomica helpt deze genetische gevoeligheden te identificeren en biedt gerichte voedingsoplossingen om ze tegen te gaan.


Hoe Genen en Voeding Samenspelen

1. Interactie tussen genen en voeding

Sommige genen beïnvloeden hoe je lichaam specifieke voedingsstoffen verwerkt. Bijvoorbeeld:

  • Het FTO-gen wordt in verband gebracht met verhoogde eetlust en een hoger risico op obesitas. Mensen met deze variant kunnen gemakkelijker aankomen, maar dit risico kan verminderd worden met een dieet rijk aan omega-3 vetzuren, groene thee en rabarber – die FTO-activiteit helpen remmen.

2. Metabolisme van voedingsstoffen

Je genen bepalen mede hoe efficiënt je lichaam vitamines en mineralen verwerkt:

  • Variaties in het MTHFR-gen kunnen de verwerking van folaat (vitamine B9) beïnvloeden. In dat geval is vaak extra foliumzuur of gemethyleerde B-vitamines nodig.

  • Variaties in de CYP450-genfamilie beïnvloeden hoe je lichaam stoffen zoals cafeïne, alcohol of medicijnen afbreekt. Trage metaboliseerders reageren vaak sterker en kunnen baat hebben bij een lagere inname.

3. Risico op chronische ziekten

Genen kunnen bepalen hoe voeding je risico op ziekte beïnvloedt:

  • APOE-varianten beïnvloeden cholesterolverwerking en het risico op hart- en vaatziekten. Mensen met risicovarianten kunnen baat hebben bij een dieet laag in verzadigde vetten.

  • TCF7L2-varianten verhogen de kans op diabetes type 2. Een dieet rijk aan volle granen en vezels helpt hier het risico te verlagen.

4. Gepersonaliseerde voeding in de praktijk

Met een genetische blauwdruk wordt voeding maatwerk. Bijvoorbeeld:

  • Iemand met aanleg voor hoge cholesterol kan gebaat zijn bij meer havermout, noten, vette vis en plantensterolen, en minder transvetten.

  • Iemand met aanleg voor ontsteking heeft baat bij antioxidanten, kurkuma, bessen en groene bladgroenten.

5. Gen-omgeving interactie

Genen bepalen niet alles – leefstijl en omgeving zijn net zo belangrijk. Bijvoorbeeld:

  • Iemand met genetische aanleg voor hoge bloeddruk hoeft dit niet te ontwikkelen als die persoon een dieet volgt dat arm is aan zout en rijk aan kalium, gecombineerd met voldoende beweging en ontspanning.

  • Anderzijds kan iemand zonder genetische aanleg toch hartziekte ontwikkelen door een slecht dieet en inactieve leefstijl.

6. Epigenetica: Genen aan- of uitzetten

Epigenetica draait om veranderingen in genexpressie zónder aanpassing van het DNA zelf. Voeding speelt hierin een belangrijke rol:

  • Voedingsstoffen zoals folaat, B-vitamines en polyfenolen kunnen genen die gezondheid bevorderen activeren, en genen die ziekte stimuleren onderdrukken.

  • Slechte voeding of blootstelling aan toxines kan genen activeren die bijdragen aan ontsteking, obesitas of kanker.

Voorbeeld: Lactose-intolerantie

Sommige mensen hebben een genetische variant van het LCT-gen, waardoor ze minder lactase aanmaken – het enzym dat lactose (melksuiker) afbreekt. Dit leidt tot lactose-intolerantie, met klachten zoals een opgeblazen gevoel of diarree na het eten van zuivel. Voor deze groep is het vermijden van zuivel of kiezen voor lactosevrije alternatieven essentieel voor hun welzijn.


Samengevat

Nutrigenomica verandert de manier waarop we naar voeding kijken. Door te begrijpen hoe jouw genen reageren op voeding – en hoe voeding jouw genen beïnvloedt – kun je slimme, gepersonaliseerde keuzes maken om:

  • Het risico op ziekte te verkleinen

  • Je energie, stemming en stofwisseling te verbeteren

  • Je gezondheid op lange termijn te versterken

Jouw genen zijn het plan. Nutrigenomica is de handleiding om ermee te werken.